Mijn eerste zwangerschap was er één uit het boekje. Ik had geen ochtendmisselijkheid, werkte tot zesendertig weken, had lichamelijk geen klachten en beklom nog met achtendertig weken de Domtoren in Utrecht. Het enige wat minder positief was waren de aantal kilo’s die ik aankwam. Aan het einde van mijn zwangerschap was het drieëntwintig kilo. Dit kwam doordat ik in mijn zevende week volledig stopte met sporten. Ik ging van vijf uur in de week bewegen naar nul uur in de week en mijn eetpatroon bleef wel hetzelfde dus ik kon het wel verklaren. Ik wil het in deze blog niet hebben over mijn zwangerschapskilo’s, maar over mijn bevalling.

Op de dag dat ik tweeënveertig weken zwanger was ging ik bepakt en bezakt ’s ochtends vroeg met mijn moeder en, toenmalige, partner naar het Bethesda ziekenhuis in Dirksland. Na weken met twee centimeter ontsluiting rond te hebben gelopen werd ik op deze dag ingeleid. De ochtend begon met het plaatsen van een wee opwekker tablet in mijn baarmoedermond.

Tijdens mijn gehele zwangerschap heb ik mij suf gelezen over de ontwikkeling van mijn baby, mijn zwangerschap en over mijn bevalling. Ik was ‘informatiegeil’ zeiden we altijd. Echter had ik geen bevallingsplan gemaakt dus ik beleefde de dag in het moment.

Terug naar het ziekenhuis. Om 08:00u kreeg ik dus mijn eerste opwekkers. De ochtend verliep ontspannen. Ik ging in bad, ik at wat en we praatten gezellig met elkaar. Rond 12:00u kwam ik in de volgende fase. Ik moest overgeven (dit blijkt een goed teken te zijn) en de verloskundige besloot na onderzoek dat mijn vliezen gebroken mochten worden. Ik had nu vier centimeter ontsluiting…..JEEH! Vanaf dit moment lagen ik en mijn baby aan de monitor dus ik mocht niet meer van bed en de weeën werden snel heftiger. Na een uurtje vroeg ik de verpleegkundige: ”Is er misschien iets tegen de pijn, want ik heb zin om alles in deze ruimte kort en klein te slaan!’’ Ik kreeg de keuze uit twee opties. Een pijnstiller die een werking heeft van twee tot vier uur (pethidine) of een permanente pijnstiller (ruggenprik). Ik koos voor het laatste, want ik had niet het gevoel dat mijn lichaam over vier uur al klaar was om mijn baby te wereld te brengen. Om 16:30u lag ik ontspannen op bed. De pijnstilling was aangeslagen en alles ging goed. De verloskundige werd afgelost door de gynaecoloog . Hij onderzocht mij en sprak de magische woorden: ”Het is dat er een baby tussen zit want anders had ik je amandelen geraak’’. Dit betekende dat de baby na acht uur nog steeds niet was ingedaald en dat ook niet ging doen. Het werd dus een keizersnede i.p.v. een natuurlijke bevalling.

Terwijl we moesten wachten tot de OK vrij was ging het slechter met de baby. Zij had het zo zwaar dat haar hartslag niet meer goed opkwam na een wee. Gelukkig had ik al een ruggenprik dus konden we snel naar de OK. Daar aangekomen was mijn dochter binnen tien minuten geboren. Nadat ik gehecht was mocht ik meteen naar mijn kamer waar mijn, toenmalige, partner aan het wachten was met onze dochter. Het gevoel van mijn dochter voor het eerst op mijn borst is onbeschrijfelijk! Maar dat is een heel ander onderwerp.

Als ik terugkijk op mijn bevalling realiseer ik mij dat ik door de dag heen heel dichtbij mijzelf ben gebleven en ik ben van mening dat door het volgen van mijn intuïtie de dag goed verlopen is. De lessen uit deze bevalling heb ik meegenomen naar mijn tweede zwangerschap. Wat deze bevalling voor invloed heeft gehad op mijn tweede zwangerschap lees je in de blog ‘Bevallen voor de tweede keer’. Uiteraard zal ik ook nog uitvoerig bloggen over moederschap.